In het begin, de jongste fase in het glasfabricage is het floatprocédé, ontwikkeld door Pilkington in Engeland. 7 jaar werd er een onderzoek gehouden wat uiteindelijk in 1959 heeft geleid tot productie. Fotoglas wordt namelijk gemaakt volgens een continu productieproces zoals bij de productie van vensterglas gebruikelijk was. Er wordt een glaskwaliteit bereikt dat vergelijkbaar is met spiegelglas, wel zonder nabewerking van slijpen en polijsten. Door deze uitvinding behoren alle eerder genoemde fabricagemethoden van zowel vensterglas als spiegelglas tot het verleden.
Als we over moderne productiemethoden van las spreken, dan moeten we onderscheid maken tussen primaire en secundaire fabricage.
Primaire glasfabricage
Primaire glasfabricage moeten we verstaan als hoge temperaturen smelten van grondstoffen voor het vervaardigen van blank of gekleurd ‘basisglas’ met als belangrijkste producten: floatglas, figuurglas en draadglas.
Secundaire glasfabricage
Secundaire glasfabricage is het op fabrieksmatige wijze, bewerken of verwerken van het bovengenoemde basisglas tot glasproducten met andere eigenschappen dan het basisglas. We denken dan vaak aan: gehard glas, gelaagd glas, verzilverd glas, isolerend dubbelglas en gecoat glas.
Fabricageproces van floatglas
Floatglas wordt ook wel ‘zand-kalk-soda-type’ glas genoemd. Hoewel de samenstelling van de grondstoffen per fabrikant niet altijd gelijk zijn is deze over het algemeen als volgt:
Zand (Silicium) SiO2
Kalk CaO
Soda Na2O
Scherven glas
onder toevoeging van geringe hoeveelheden andere oxiden.
Het maken van floatglas is in haar geheel een continu en volkomen geautomatiseerd product. De grondstoffen worden automatisch uit de silo’s gehaald, samengevoegd, gewogen en gemengd en op het gewenste ogenblik in ovenmond gestort.
Een floatglasoven bevat als regel ongeveer 500 á 600 ton glas in vloeibare vorm. In zo’n grote glasoven vindt een verhitting tot 1500 graden Celsius plaats door branders te weerszijden in de oven. Hierdoor zijn er branders aanwezig boven het glasbad. Boven in het glasbad is een hogere temperatuur aanwezig (1500 graden Celsius) vergeleken met onder het glasbad. Onder het glasbad is er namelijk maar een temperatuur van 1270 tot 1300 graden Celsius. Dit houdt in dat de viscositeit bovenin lager is dan onder in het glasbad.
Voor in de oven worden de koude grondstoffen ingevoerd om achter in de oven als gesmolten glas van ongeveer 1100 graden Celsius op tinbad uit te vloeien. In dit glasbad met verschillende viscositeiten zullen daarom zeer karakteristieke stromingen ontstaan.
EmmeryGroep
Emmery biedt allerlei verschillende type glas aan. Niet alleen levert Emmery glas, wij hebben meerdere specialistische glaszetters in dienst. Zo kunnen wij volledige projecten uitvoeren.